Tabatha dacht geen twee keer na om te gehoorzamen. Ze draaide zich om en holde weg van de open plek zonder dat ze durfde achterom te kijken. Het kon haar niet schelen waar ze heen ging; het enige wat ze wilde was vluchten van de angstjagende mannen die onder het bloed zaten.
*****
âDank je en nu volgt het lokale nieuws. Vanavond heeft een gezin in de buurt reden om te vieren. Hun dochter, Tabatha, werd eindelijk gevonden toen ze doelloos door het Nationale Woud van Angeles doolde nadat ze drie dagen geleden van een kampeerterrein nabij Crystal Lake verdween om haar hond te zoeken. Blijkbaar had de hond zichzelf van de halsband bevrijd en daarna het bos ingelopen. De moedige zevenjarige ging de hond achterna en werd pas vanmorgen teruggevonden. Jammer genoeg was de hond niet bij haar. Volgens de autoriteiten bekomt ze momenteel van de schok in het lokale ziekenhuis, want het lijkt alsof ze een aanval van een poema heeft overleefd. De kleine Tabatha bleef de boswachters vertellen over twee gewonde mannen in het bos, maar ondanks een grondige zoektocht, in een gebied van meer dan twaalfduizend vierkant kilometer, werd niets gevonden. Wij komen later terug met meer informatie.â
Hoofdstuk 1
10 jaar laterâ¦
Uit de dansclub bonkte luide ritmische muziek en het grote paarse neonlicht veranderde van kleur op de beat. Het licht wierp een spookachtige gloed over het gebouw aan de overkant van de straat. Op het dak van dat gebouw stond een man met kort, lichtblond haar met een voet op de rand. Hij rookte een sigaret, leunde hij naar voren en rustte met een elleboog op zijn gebogen knie.
Kane Tripp boog zijn hoofd een beetje en wreef met een hand door zijn korte piekerige haar. Hij had er een hekel aan om het te laten knippen en miste de lengte van vroeger. Hij kon nog steeds het gevoel herinneren van hoe het zacht zijn onderrug streelde. Hij bracht de sigaret naar zijn lippen, inhaleerde diep en besefte dat hij vele zaken gemist had, zoals de sigaretten die hij rookte voordat hij levend begraven en voor dood achtergelaten werd.
Veertig jaar geleden had Malachi, de leider van een kleine clan jaguars, hem overvallen en beschuldigd van de moord op de gezellin van de gedaanteverwisselaar. Voor die nacht stond Kane op goede voet bij de jaguars en hun leider was een van zijn beste vrienden geweest. De herinnering zorgde ervoor dat Kane zijn lippen samenperste. Malachi had hem in een vlaag van razernij berecht, veroordeeld en een vonnis uitgesproken.
Door een spreuk te gebruiken uit precies dat boek waarvan Kane dacht dat hij het zo goed verstopt had, wist Malachi hem met een vloek vast te houden zodat hij niet meer kon bewegen of praten⦠hij was zelfs niet in staat om zich te verdedigen. Toen had hij Kaneâs oorring met de bloedsteen uitgetrokken, de oorring die het hem mogelijk maakte om vrij in het licht rond te lopen. De bloedstenen hadden ooit aan Syn, de eerste vampier, toebehoord.
Kane had eens gevraagd hoe het mogelijk was dat er iemand de eerste was geweest en het antwoord had hem ontsteld.
Syn was alleen in deze wereld gekomen, gewond en uitgehongerd. Een jonge man had hem gevonden en door zijn honger had Syn zijn bloed gedronken. De vampier leerde al spoedig dat de mensen van deze wereld kwetsbare wezens waren en dat hun ziel hen verliet wanneer hij zijn bloed met hen deelde in de hoop om een familie op deze planeet te creëren. Maar vanaf het moment dat hun ziel weg was, werden ze nutteloos voor hem en veranderden ze in monsters.
Syn had tijdens zijn eindeloze leven slechts drie mensen gevonden die hun ziel wisten te behouden⦠deze werden zijn kinderen. Het enige verschil was dat de zon hen verbrandde eenmaal ze veranderd waren ⦠waardoor zij en hun verwanten het daglicht moesten mijden. Op de planeet van Syn was dit door de bloedsteen nooit een probleem geweest.
De dikke armbanden die Syn had gedragen, afkomstig uit zijn eigen wereld, waren vervaardigd uit bloedsteen. Hij had een ring, een halsketting en een enkele oorring gemaakt door een stuk van een van de armbanden af te breken. Opnieuw raakte Kane met zijn hand de oorring aan die in zijn oor stak.
Hoewel de bloedsteen hem een bijna normaal leven had geschonken⦠was het Synâs spreukenboek geweest dat de ondergang van Kane in gang had gezet. Kane had het voor zijn uitverkorenen laten liggen zodat ze het verstandig konden gebruiken terwijl hij sliep. In het boek stond de verdoemspreuk, een manier om zich te ontdoen van de zielloze kinderen wanneer zij een te groot gevaar vormden voor de mensen.
Kane had slechts met donkere en verstarde ogen kunnen toekijken hoe zijn vroegere vriend de donkere aarde bovenop hem schepte. Het laatste dat hij zich herinnerde was de hemel vol sterren boven het bos.
De duisternis was allesverterend en eindeloos stil geweest. De spreuk hield hem vastgebonden, maar hij kon dingen in de aarde over hem heen voelen kruipen. Kleine, sterfelijke wezens die niet van zijn vlees wilden eten, maar onbewust aan zijn ziel knaagden.
Naarmate de tijd verstreek werd hij ervan overtuigd dat hij waanzinnig was geworden. En toen begon hij plotseling geluiden te horen, steeds vaker⦠stemmen. Ze waren meer dan welkom in zijn gevangenschap en hij verlangde ernaar om meer te horen. Soms hoorde hij hele families, maar meestal slechts volwassenen.
Soms probeerde hij om zich tegen de spreuk te verzetten en om hulp te roepen of om zichzelf op een of andere manier gezelschap te houden. De magie hield hem echter gevangen en maakte hem volkomen machteloos. Hij kende deze spreuk⦠had het zelf al gebruikt tegen boosaardige wezens. Het was ingewikkelde magie die het bloed van een geliefde vereiste om hem te bevrijden. Een liefdesspreuk die zo krachtig was dat alleen een zielsverwant van het slachtoffer het kon doorbreken.
Het was altijd doeltreffend gebleken tegen zielloze vampiers omdat er een ziel nodig was om een zielsverwant te kunnen hebben. Hij had de spreuk meerdere keren gebruikt om de wereld te redden van zijn duivelse verwanten die niets anders kenden dan bloedvergieten.
Kane lachte bitter door de beklemmende herinnering aan het moment toen hij besefte dat hij verdoemd was⦠omdat hij geen zielsverwant had. Hij had althans nog nooit een dergelijk mysterie ontmoet. En moest er iemand zijn, dan was het onwaarschijnlijk dat diegene bloedend over zijn graf zou strompelen. Malachiâs hart was zo gebroken geweest⦠hij had zo intens van zijn vrouw gehouden dat hij wenste dat Kane de diepte van een dergelijke liefde leerde kennen en ernaar zou verlangen.
En of hij ernaar verlangde. Hij weende vaak terwijl hij smeekte, in de hoop dat god luisterde, opdat zijn zielsverwante zou komen zodat hij terug vrij kon zijn. Als hij echt de vrouw van zijn beste vriend had vermoord, dan zou het een terechte straf zijn geweest. Maar hij was onschuldig.
Op een nacht, lang nadat hij alle hoop had opgegen, hoorde hij het. Het verre geluid van Malachiâs gebrul doorbrak zijn krankzinnige innerlijke monoloog en werd vergezeld door een tweede dierlijke schreeuw uit woede. En toen hoorde hij tot zijn verbijstering de stem van een klein meisje vlak boven zich, smekend dat ze haar puppie geen pijn zouden doen.
Het geluid van haar fragiele, anstige stem brak iets in hem en deed hem smachten naar vrijheid, zodat hij haar kon beschermen tegen de nachtelijke beesten.
âMalachi zal jouw puppie geen pijn doen, kleintje,â fluisterde Kane met zijn geest.
Het was waar. Malachi zou niets of niemand kwaad doen tenzij hem op een of andere manier onrecht was aangedaan⦠en vooral geen kind. Kane voelde een sprankel leven in zijn binnenste terugkeren omdat hij wist dat zijn vriend zo dichtbij was. Hij werd kwaad toen het meisje weer gilde en hij iets hard op de grond hoorde neerkomen. Bloed⦠hij rook vers vergoten bloed dat door de zachte aarde in zijn richting sijpelde.