Camille Flammarion - De Wereld vóór de schepping van den mensch стр 3.

Шрифт
Фон

De oefening der ledematen ontwikkelt juist die, welke het meest gebruikt worden, terwijl die, welke weinig geoefend worden, verminderen, om eindelijk weg te sterven. Men kan daarom over de zeden van eene bepaalde periode oordeelen uit den lichaamsbouw der individuen. Hoewel men ook in onzen tijd nog dikwijls ziet, dat macht boven recht gaat, toch is men thans overtuigd, dat dit een valsch beginsel is. De dag zal aanbreken, waarop de mensch zich er over schamen zal, dat er nog oorlogen gevoerd worden, en waarop hij zich het oorlogsbudget, dien mantel van dwaasheid en laagheid, van de schouders zal werpen.

Neen, hij, die over honderdduizend jaren op aarde zou terugkeeren, zou het menschdom niet meer herkennen. Geen onzer talen zal meer gesproken worden. Geene onzer natiën zal meer bestaan. Eene schitterende beschaving zal Centraal-Afrika verlicht hebben. De dampkring zal doorploegd zijn met luchtschepen. Nieuwe natuurkrachten zullen bedwongen zijn en misschien zal de een of andere photophonische telegraaf ons doen spreken met de bewoners der naburige planeten.


Het bazuingeschal der wetenschap heeft weerklonken, zij zijn uit den doode opgestaan.


De aarde verandert onophoudelijk. Hier knaagt de zee aan de sterke kusten en dringt zij tot in het binnenland door; ginds daarentegen dragen de zeeën zand aan, vormen zij deltas en baaien; regen en wind doen de bergen afdalen naar de stroomen en den Oceaan; onderaardsche krachten heffen andere bergen op; vulkanen verwoesten en bouwen op; zeestroomingen en stroomingen in den dampkring wijzigen het klimaat; de jaargetijden veranderen periodiek; de planten wijzigen haren vorm, niet alleen door kweeking, maar ook door verandering der omstandigheden; steden ontstaan, komen tot bloei en sterven; alles beweegt zich met duizelingwekkende vaart voorwaarts; in de natuur is nooit rust, steeds een harmonische, eeuwigdurende arbeid; de aarde moge onbewegelijk schijnen: zij voert ons in de ruimte voort met eene snelheid van 106000 kilometers in het uur; de sterren schijnen ons toe vast te zijn: ieder van deze vliegt vooruit met eene duizelingwekkende snelheid; de stroom aan onze voeten moge kalm schijnen als een spiegel: hij stroomt steeds voort en voert onophoudelijk het regenwater in den Oceaan, dat steeds neervalt uit de wolken, welke zich steeds vormen uit de dampen van den Oceaan, die zich altijd verheffen; het gras, waarop wij gezeten zijn, schijnt slechts een levenloos tapijt te zijn: het groeit en neemt toe, en dag en nacht, zonder een oogenblik van verpoozing bestrijden elkander of verbinden zich; de moleculen waterstof, zuurstof en koolzuur in voortdurende werkzaamheid; en wij zelf, die droomende dat groote schouwspel der natuur aanschouwen, wij wanen ons in rust en verbeelden ons, dat de natuur in ons gedurende onzen slaap eveneens slaapt, doch dit is eene dwaling: ons hart klopt, en zendt bij iederen slag het bloed door onze slagaderen; onze longen werken, en hernieuwen onophoudelijk onze levenskracht, de moleculen, waaruit ieder deel van ons lichaam is samengesteld, legeren zich naast elkander, vereenigen zich, verjagen elkander, treden onophoudelijk in elkanders plaats, en, indien wij onder den mikroskoop de weefsels onzer organen, onzer spieren, onzer zenuwen, van ons bloed, ons ruggemerg konden bestudeeren, en voornamelijk de gisting in onze hersens, dan zouden wij eene voortdurende inwendige werking bijwonen, die ieder deel van ons lichaam dag en nacht doet trillen, van het oogenblik af, dat wij verwekt zijn, tot onzen laatsten ademtochten nog daarna; immers na onzen dood keert ons lichaam weder molecule voor molecule in den kringloop der natuur terug, om deel uit te maken van de planten, de dieren en de menschen, die na ons komen: niets gaat verloren of wordt nieuw geschapen, wij bestaan uit het stof onzer voorouders, onze kleinkinderen zullen uit ons stof samengesteld worden.

Alles verandert en neemt eene andere gedaante aan. Men wane niet, dat tegenwoordig de schepping tot rust is gekomen. De natuur is eeuwig en oneindig en steeds in wording. Nog thans ontbranden werelden in wording aan den hemel en worden andere uitgedoofd. Zwervende kometen, zich van stelsel tot stelsel bewegend, zaaien op haren weg de vallende sterren, de asch van verwoeste werelden, en de koolstof, de kiem van de toekomstige organismen. Iedere planeet heeft hare jeugd, haren rijpen leeftijd, haren ouderdom, haren doodstrijd. De dag zal komen, waarop de reiziger te vergeefs zal zoeken naar de plaats, waar Amsterdam, Londen, Parijs, Rome, New-York gedurende zoovele eeuwen geschitterd hebben als de hoofdplaatsen van bloeiende natiën, evenals de oudheidkenner thans de plaats zoekt, waar Ninive, Babylon, Tyrus, Sidon en Memphis schitterden te midden der werkzaamheid en der weelde. Zoo zal ook de dag aanbreken, waarop de menschheid na het zenith harer ontwikkeling bereikt te hebben, zal uitdooven tegelijk met de laatste levenselementen der planeet, en den doodslaap zal intreden op eene voortaan verlaten en woeste aarde, waarop de vogel niet meer zal zingen, de bloem niet meer zal bloeien, het water niet meer zal stroomen, de wind niet meer zal waaien, waarop de witte lijkwade van sneeuw en ijs zich zal uitstrekken van de polen tot den evenaar. En zóó zal ook de zon zelf worden uitgedoofd te midden van haar stelsel.


Grootsche landschappen van vervlogen eeuwen, geen sterfelijk oog heeft u aanschouwd.


De wet van den Vooruitgang beheerscht alles. Hoewel wij er ons geen rekenschap van geven, toch gaan wij met snelheid vooruit, en wij hebben geen reden, ontevreden te zijn over den afgelegden weg. Wat is twee, drie eeuwen in vergelijking met den tijd van het bestaan van het menschdom. En in dien tijd is toch de vrijheid van geweten voor goed voor den vooruitgang veroverd.


Versteende afdruksels van den Labyrinthodon (Doolhoftandige).


Ja, de wereld beweegt zich voortdurend naar een hooger ideaal; de zeden verliezen hare ruwheid, de geest wordt verlicht, de menschheid gaat in haar geheel en in hare onderdeelen vooruit.

De geschiedenis der aarde levert de schoonste en welsprekendste getuigenis voor de wet van den vooruitgang. Zij is als het ware de vooruitgang zelf, belichaamd in het leven, van het erts af tot den mensch toe. Onze planeet is begonnen als eene vormelooze nevelvlek, die zich langzamerhand tot eenen bol verdicht heeft. Die gasvormige nevelvlek, veel ijler dan de lucht die wij inademen, was gevormd uit een gas, veel lichter dan waterstof. De wederzijdsche aantrekking van alle moleculen naar het middelpunt, de verdichting, die daarvan het gevolg was, de wrijving en de omzetting van die beweging naar het middelpunt in warmte; de eerste scheikundige verbindingen, die ontstonden uit die warmteontwikkeling, de invloed der electriciteit, de veelzijdige werking der natuurkrachten, die als het ware uit elkander voortvloeiden, vormden de eerste elementen, waterstof, zuurstof, koolstof, stikstof, natrium, ijzer, calcium, silicium, aluminium, magnesium en de verschillende overige mineralen, die alle in bepaalde meetkundige vormen gegoten schijnen, alsof zij veelvouden zijn van de oorspronkelijke grondstof, die het eerst tot waterstof verdicht schijnt te zijn.

Diezelfde stoffen, die onze oorspronkelijke planeet uitmaakten, toen zij als nevelachtige ster schitterde; die zuurstof, die waterstof, dat natrium, toen in gloeiing verkeerend, zooals die stoffen nu nog gloeien in de zon, hebben zich op geheel andere wijze verbonden, nadat de aarde als ster is uitgedoofd. Het vuur is water geworden. Uit een natuurkundig oogpunt zijn vuur en water uitersten, uit een scheikundig oogpunt zijn zij dezelfde. De oceaan, die nog thans zijne golven doet rollen rondom de aarde, bestaat uit waterstof, zuurstof en natrium.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Популярные книги автора