Camille Flammarion - De Wereld vóór de schepping van den mensch стр 6.

Шрифт
Фон

Oorspronkelijk veroorzaakte de maan, toen zij veel dichter bij de aarde stond, ontzaglijke vloedgolven.


De duur van de periode, waarin zich eene planeet heeft gevormd, hangt af van de hoeveelheid stof, waaruit zij bestaat, terwijl de tijd, waarin zij is afgekoeld, afhangt van de temperatuur van den oorspronkelijken bol, van zijn volume en zijne oppervlakte; hierbij moet nog gevoegd worden de aard van de stoffen, waaruit de planeet bestaat, en de aard van den dampkring; de laatste toch zal, naarmate hij de warmtestralen meer of minder tegenhoudt, in meerdere of mindere mate de planeet tegen afkoeling beschermen. Eene planeet koelt natuurlijk aan de buitenoppervlakte af, en daar het volume der aarde 49 maal grooter is dan dat der maan, maar hare oppervlakte slechts dertienmaal grooter is, zoo is het afkoelend vermogen der maan bijna viermaal grooter dan dat der aarde, en inderdaad is zij ook sneller dan de aarde verkoeld.

Onze planeet moet, zooals uit de wijze van haar ontstaan volgt, eene temperatuur gehad hebben, overeenkomende met die der zon; langzamerhand moet zij begonnen zijn af te koelen, terwijl zij zich nog steeds verdichtte; daarop is zij van gasvormig vloeibaar geworden, en moet het tijdstip zijn aangebroken, waarop hare oppervlakte begon vast te worden. De aarde koelde dus van eeuw tot eeuw af van de buitenzijde naar binnen.

Is die afkoeling thans geëindigd, of is er nog inwendige warmte verborgen in den schoot der aarde? Is zij niet van binnen ijskoud geworden, nu zij zich eeuwen lang heeft voortbewogen in eene ruimte van 273° onder het nulpunt? Wat is thans de inwendige temperatuur der aarde? Deze vraag is van het hoogste gewicht, en daarom zullen wij deze in bijzonderheden bestudeeren en daaraan een afzonderlijk hoofdstuk wijden, waarin wij alle gegevens zullen mededeelen, die door de wetenschap zijn verzameld omtrent den inwendigen toestand der aarde, omtrent de temperaturen in mijnen, tunnels, warme bronnen, vulkanen, enz. enz. waargenomen. Maar de geschiedenis der aarde houdt ons thans bezig, en wij zijn thans genaderd tot één der beslissende overgangen in haar bestaan.

Een ieder weet, dat de drie toestanden, waarin de stof kan voorkomen, de vaste, vloeibare en gasvormige toestand, alleen het gevolg zijn van temperatuursverschillen. Indien b.v. een blok ijs gebracht wordt tot de temperatuur van het smeltpunt (0° Celsius), houdt het op vast te zijn en gaat het in den vloeibaren toestand over; de moleculen zullen zich op andere wijze schikken en zich rangschikken, zooals dit onder den invloed der zwaartekracht noodzakelijk is. Wordt dit water verhit tot het kookpunt (100° Celsius) dan gaat het in damp over. In alle drie toestanden is het water scheikundig niet veranderd; het is nog steeds water; maar het natuurkundig voorkomen is geheel gewijzigd; in het eerste geval is het eene vaste stof, in het tweede geval eene vloeistof, in het derde geval een gas, dat snel onzichtbaar wordt. Zoo zal een stuk ijzer bij 1500° smelten, een stuk zink bij 470°, terwijl het bij 1300° gasvormig wordt.


Vorming van den dampkring. Eerste verdichting van het water.


De verschillende stoffen, waaruit de aarde bestaat, zijn eerst vloeibaar en vast geworden, toen zij voldoende waren afgekoeld. De scheikundige verbindingen, waaruit de samengestelde lichamen gevormd zijn, konden eerst ontstaan nadat de oorspronkelijke temperatuur aanmerkelijk was afgekoeld. De dampen in den dampkring begonnen als regens neer te vallen. Bij 350° begon de kwikregen, de waterregen was eerst mogelijk bij 100°. Wanneer vielen de overige stoffen neder, zoowel de enkelvoudige als de samengestelde? Welke waren te midden van die ongelijksoortige bestanddeelen de scheikundige werkingen in dat uitgestrekte laboratorium, aan den evenaar, de polen en de tusschenliggende plaatsen? Langzamerhand werd de oppervlakte van de aarde door afkoeling vast en dik genoeg, om tot bekken te dienen voor de wateren en vloeistoffen, die voor goed den dampkring verlieten, om de zeeën te vormen. Deze vloeibare neerslag werkte evenals de dampkring zelf op de brandbare of zoutvormende stoffen van het vaste gedeelte. Door voortgezette afkoeling van de kern en door hare inkrimping, brak de omringende korst, die om eene te nauwe kern sloot, op verschillende tijdstippen door, welke doorbraken zeldzamer werden, nadat de korst dikker en steviger werd.

Niet alle gasvormige bestanddeelen onzer planeet gingen gedurende die langzame afkoeling in vloeistoffen of vaste stoffen over. Om den bol bleef een uitgestrekt gasvormig omhulsel over, bestaande uit een mengsel van zuurstof en stikstof. Dit is de lucht, die wij inademen. De dampkring, die zich eertijds tot aan de maan uitstrekte (die toen trouwens niet zoo ver als thans van ons verwijderd was), en die bezwangerd was met verbazende hoeveelheden waterdamp, die zich later tot oceanen en zeeën verdichtten, en bovendien met dampen en gassen van toekomstige mineralen, is van eeuw tot eeuw veranderd en gezuiverd, en zóó hebben wij thans het voorrecht, die doorschijnende lucht te kunnen inademen, die ons het prachtige blauw des hemels verschaft, ons de schoonheden van het luchtperspectief doet bewonderen, het daglicht tempert, de planten en dieren voedt, en wier sluier, dicht genoeg om de volkomen afkoeling in den nacht en den winter te beletten, ijl genoeg is om ons de sterren te doen zien en het heelal te doen bestudeeren. Wij geven er ons niet voldoende rekenschap van, dat indien de dampkring slechts weinig anders ware, wij door eenen eeuwigdurenden nevel zouden omgeven zijn, en dat zulk een ondoorschijnend omhulsel van enkele kilometers voldoende zoude zijn, om ons van het overige deel van het heelal af te zonderen.

De oppervlakte der aarde moet toen vuurrood geweest zijn. De atmosfeer van dampen, die op haar drukte, was de zetel van uitwasemingen, van opstijgende stroomen, van diluviaansche regens en nieuwe verdampingen, die eeuwen lang van onze aarde eene reusachtige scheikundige werkplaats maakten, waar alle elementen oorspronkelijk door elkander gemengd waren. De ontzaglijke electrische ontladingen, die het gevolg waren van die omzettingen van warmte en beweging, vervulden den dampkring met hare bliksemschichten en donderslagen. Misschien was in dien tijd de maan bewoond, misschien zijn hare bewoners zelfs getuigen geweest van die titanische worsteling der elementen, die met elkander wedijverden om de heerschappij over eene nieuwe wereld te veroveren.

Maar de maan, dichter bij de aarde gelegen dan thans, veroorzaakte door hare machtige aantrekking verbazende getijden, die hooger waren, naarmate, bij afwezigheid van vast land, de vloeibare of weeke bodem geheel gehoorzaamde aan den gezamenlijken invloed van zon en maan. De ontzaglijke vloedgolf liep van het westen naar het oosten om de geheele aarde, terwijl de zware dampkring zelf nog geweldiger getijden ondervond. Het was nog geen wereld, maar een oceaan van vuur, vlammen, rook, dampen, stormen en onweders.

Doch door zich voort te bewegen in de ijskoude ruimte, koelde de planeet zelf langzamerhand af. De dag brak aan, waarop de oppervlakte van dien vloeibaren en nog brandenden bol begon vast te worden; dit geschiedde het eerst aan de polen, waar de getijden het minst heftig waren en het spoedigst ophielden, waar de dagelijksche beweging en de middelpuntvliedende kracht, die daarvan het uitvloeisel is, het zwakst zijn, waar dus eene betrekkelijke kalmte de natuur in staat stelde, te herademen. De polen hadden toen dezelfde temperatuur als de evenaar. De warmte der aarde overtrof verre die, welke zij van de zon verkreeg; zij bedroeg eenige honderden graden, en was voor alle deelen der aarde dezelfde. Er waren toen noch klimaten, noch jaargetijden, hoewel de stand der aarde met betrekking tot de zon en hare helling niet veel verschilden met die van onze dagen. Maar de oven kookte in zijne eigen warmte.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Популярные книги автора