Морган Райс - Een Mars Van Koningen стр 8.

Шрифт
Фон

Thor deed zijn best Reece bij te houden terwijl hij met een ongelofelijke virtuositeit door de gangen navigeerde. Het was duidelijk dat hij het hier kende als zijn broekzak.

“Hoe is het mogelijk dat je de weg hier nog weet?” vroeg Thor met ontzag.

“Het is best eenzaam om als jongen in dit kasteel op te groeien,” vervolgde Reece, “zeker als de rest ouder is, en je te jong bent om bij de Krijgsmacht te gaan, en er niets anders te doen is. Het was mijn missie om alle hoeken en gaten van deze plek te ontdekken.”

Ze namen weer een bocht, gingen drie stenen treden af, door een smalle opening in de muur, en vervolgens een lange trap af. Uiteindelijk arriveerden ze bij een dikke, eikenhouten deur, die bedekt was met stof. Hij drukte één oor ertegenaan en luisterde. Thor ging naast hem staan.

“Wat is dit voor deur?” vroeg Thor.

“Shhh,” zei Reece.

Thor zweeg en legde zijn eigen oor tegen de deur, luisterend. Krohn stond achter hem en keek hem aan.

“Dit is de achterdeur naar mijn vaders kamer,” fluisterde Reece. “Ik wil weten wie er bij hem is.”

Thor luisterde met een bonzend hart naar de gesmoorde stemmen achter de deur.

“Het klinkt alsof de kamer vol is,” zei Reece.

Hij draaide zich om en keek Thor veelbetekenend aan.

“Je loopt een storm in. Zijn generalen zullen er zijn, de raad, zijn adviseurs, zijn familie—iedereen. En ik weet zeker dat iedereen uitkijkt naar jou, zijn vermeende moordenaar. Je gaat een boze menigte in. Als mijn vader nog steeds denkt dat je hem trachtte te vermoorden, ben je er geweest. Weet je zeker dat je dit wilt doen?”

Thor slikte. Het was nu of nooit. Zijn keel werd droog, en hij besefte dat dit één van de meest cruciale momenten in zijn leven was. Het zou makkelijk zijn om terug te gaan, om te vluchten. Hij zou ergens een veilig leven kunnen leiden, ver weg van het Koninklijk Hof. Of hij kon door die deur lopen en mogelijk de rest van zijn leven in de kerker doorbrengen, met die criminelen—of zelfs geëxecuteerd worden.

Hij haalde diep adem, en nam een besluit. Hij moest zijn demonen recht in de ogen kijken. Hij kon niet terug gaan.

Thor knikte. Hij was bang om zijn mond open te doen, bang dat als hij dat deed, hij misschien van gedachten zou veranderen.

Reece knikte terug, met een goedkeurende blik. Hij duwde de ijzeren hendel naar beneden en leunde met zijn schouder tegen de deur.

Terwijl de deur openging, kneep Thor zijn ogen samen in het felle licht van de fakkel. Hij stond in het midden van de kamer van de koning, Krohn en Reece naast hem.

Er stonden zeker twintig mensen opeengepakt rond de koning, die op zijn bed lag; sommigen stonden over hem heen gebogen, anderen knielden. Om de koning heen stonden zijn adviseurs en generalen, samen met Argon, de Koningin, Kendrick, Godfrey—zelfs Gwendolyn. Het was een wake, en Thor voelde zich een indringer.

De sfeer in de kamer was somber, de gezichten stonden ernstig. MacGil lag op een stapel kussens, en Thor was opgelucht om te zien dat hij nog leefde—in elk geval voor nu.

Alle gezichten draaiden zich om, verschrikt door Thor en Reece hun plotselinge binnenkomst. Thor realiseerde zich hoe vreemd dat moest zijn geweest, hun plotselinge verschijning in de kamer, uit een geheime deur in de stenen muur.

“Dat is de jongen!” riep iemand, die opstond en hatelijk naar Thor wees. “Hij is degene die de koning trachtte te vergiftigen!”

Wachters kwamen uit alle hoeken van de kamer op hem af. Thor wist nauwelijks wat hij moest doen. Een deel van hem wilde zich omdraaien en vluchten, maar hij wist dat hij deze boze menigte onder ogen moest komen, en dat hij de koning van zijn onschuld moest overtuigen. Hij zette zich schrap terwijl meerdere wachters op hem afkwamen. Krohn, aan zijn zijde, gromde naar zijn aanvallers.

Terwijl Thor daar stond, voelde hij een plotselinge hitte in zich opkomen, een kracht die door hem heen ging; onvrijwillig hief hij een hand op, draaide zijn handpalm naar hen toe en richtte zijn energie op hen.

Thor kon het niet geloven toen ze allemaal, slechts enkele stappen van hem verwijderd, stopten, alsof ze bevroren waren. Zijn kracht, wat het ook was, hield hen tegen.

“Hoe durf je hier binnen te komen en je tovenarij te gebruiken, jongen!” riep Brom—de grootste generaal van de koning—terwijl hij zijn zwaard trok. “Was het niet voldoende om te trachten te koning te doden?”

Brom, die zijn zwaard had getrokken, kwam op Thor af; op dat moment werd Thor overspoeld door een gevoel, sterker dan hij ooit had gevoeld. Hij sloot simpelweg zijn ogen en concentreerde zich. Hij voelde de energie in Broms zwaard, de vorm, het metaal, en op de één of andere manier, werd hij één met het zwaard. Hij beval het te stoppen.

Brom stond abrupt stil, als bevroren.

“Argon!” Brom draaide zich om en schreeuwde. “Stop deze tovenarij meteen! Stop deze jongen!”

Argon deed een stap naar voren, en liet langzaam zijn kap zakken. Hij staarde Thor aan met intense, brandende ogen.

“Ik zie geen reden hem te stoppen,” zei Argon. “Hij heeft geen kwaad in de zin.”

“Ben je gestoord? Hij heeft bijna onze Koning gedood!”

“Dat is wat jij denkt,” zei Argon. “Dat is niet wat ik zie.”

“Laat hem,” klonk een grauwe, diepe stem.

Iedereen draaide zich om terwijl MacGil rechtop ging zitten. Hij zag er erg zwak uit. Het kostte hem duidelijk veel moeite om te spreken.

“Ik wil de jongen zien. Hij is niet degene die me heeft neergestoken. Ik zag het gezicht van de man, en hij was het niet. Thor is onschuldig.”

Langzaam lieten de anderen hun wapens zakken, en Thor ontspande zijn geest. Hij liet hen los. De wachters trokken zich terug, terwijl ze aarzelend naar Thor keken, alsof hij uit een andere wereld kwam. Langzaam deden ze hun zwaarden terug in de schacht.

“Ik wil hem spreken,” zei MacGil. “Alleen. Allemaal. Laat ons alleen.”

“Mijn Koning,” zei Brom. “Denkt u echt dat dit veilig is? Alleen u en deze jongen alleen?”

“Niemand raakt Thor aan,” zei MacGil. “Laat ons nu alleen. Jullie allemaal. Ook mijn familie.”

Er viel een zware stilte in de kamer terwijl iedereen elkaar aanstaarde, duidelijk niet wetend wat te doen. Thor stond als bevroren, nauwelijks in staat om alles te verwerken.

Eén voor één verlieten de anderen, inclusief de familie van de Koning, de kamer. Krohn vertrok met Reece. De kamer, die zojuist nog gevuld was geweest met mensen, was nu ineens leeg.

De deur sloot. Nu waren alleen nog Thor en de koning in de kamer, alleen in de stilte. Hij kon het nauwelijks geloven. Het deed Thor pijn MacGil daar zo te zien liggen, zo bleek, met zoveel pijn. Hij wist niet hoe het kon, maar het was bijna alsof er een deel van hem ook stervende was, daar op dat bed. Hij wilde meer dan wat dan ook dat de koning in orde zou zijn.

“Kom hier, mijn jongen,” zei MacGil zwakjes. Zijn stem was schor, het was nauwelijks meer dan gefluister.

Thor haastte zich naar de zijde van de koning en knielde voor hem. De koning hield een zwakke pols uit; Thor nam zijn hand en kuste hem.

Thor keek op en zag MacGil zwakjes naar hem glimlachen. Thor was verrast toen hij hete tranen over zijn eigen wangen voelde lopen.

“Mijn heer,” begon Thor, niet in staat om zich in te houden, “geloof mij alstublieft. Ik heb u niet vergiftigd. Ik wist alleen door mijn droom van het plan. Door een kracht die ik nog niet begrijp. Ik wilde u slechts waarschuwen. Alstublieft, geloof me—”

MacGil hief zijn hand, en Thor zweeg.

“Ik heb je verkeerd ingeschat,” zei MacGil. “Ik moest door een andere man worden neergestoken om te beseffen dat jij het niet was. Je trachtte me slechts te redden. Vergeef me. Je was loyaal. Wellicht de enige loyale persoon in mijn hof.”

“Ik wilde dat ik het bij het verkeerde eind had,” zei Thor. “Ik wilde dat u veilig was. Dat mijn dromen slechts illusies waren; dat u nooit vermoord zou worden. Misschien had ik het mis. Misschien overleefd u dit.”

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Популярные книги автора