Морган Райс - Een Toernooi Van Ridders стр 2.

Шрифт
Фон

“Heb ik een vis gedood!?” vroeg ze opgewonden terwijl ze naar de reling rende en vrolijk keek.

Thor keek in het schuimende water van de zee en hij wist het niet zeker. Maar hij glimlachte toch.

“Ik weet zeker van wel,” zei hij geruststellend. “Misschien wel een haai.”

Thor hoorde in de verte een kreet en hij was plotseling weer op zijn hoede. Zijn hele lichaam bevroor terwijl hij het heft van zijn zwaard greep en over het water naar de horizon uitkeek.

De dikke grijze wolken klaarden langzaam op en toonden een horizon waarvan Thor’s hart zakte: in de verte stegen zwarte rookpluimen op. Toen nog meer wolken opklaarden, zag Thor dat ze van een eiland in de verte kwamen – niet zomaar een eiland, maar een eiland met steile klippen die hoog in de lucht rezen met een breed tableau er bovenop. Een eiland die hij niet met een andere kon verwarren.

Het Eiland der Licht.

Thor voelde een pijn in zijn borst toen hij zag dat de lucht zwart was van kwaadaardige wezens, gelijk uitziende waterspuwers. Ze cirkelden als gieren boven wat er nog van het eiland over was, hun kreten vulden de lucht. Het waren er enorm veel en onder hen lag het hele eiland in vlammen. Geen hoekje was ongeschonden.

“SNELLER!” schreeuwde Thor in de wind, wetende dat het tevergeefs was. Het was het meest hulpeloze gevoel van zijn leven.

Maar er was niets meer wat hij kon doen. Hij keek naar de vlammen, de rook, de monsters die weggingen. Hij hoorde Lycoples boven krijsen en hij wist dat het te laat was. Niets kon het overleefd hebben. Alles wat er op het eiland was – Ragon, Guwayne, alles – zou zonder twijfel dood zijn.

“NEE!” schreeuwde Thorgrin. Hij vervloekte de hemelen en de oceaan besproeide hem in zijn gezicht terwijl het hem, te laat, naar het eiland der dood droeg.

HOOFDSTUK TWEE

Gwendolyn stond alleen, weer terug in de Ring. Ze was in het kasteel van haar moeder en ze keek naar haar omgeving en besefte dat er iets niet in orde was. Het kasteel was verlaten, ongemeubileerd, alles was weggehaald; de ramen waren weg, de schitterende glas-in-lood ramen die ze eens versierd hadden, er was niets dan uitsnedes in het steen en het zonlicht stroomde naar binnen. Stof dwarrelde in de lucht en het voelde aan alsof het in een duizend jaar niet bewoond was.

Gwen keek uit en zag het landschap van de Ring. Een plaats die ze eens had gekend en met heel haar hart van gehouden had. Het was nu dor, verdraaid, grotesk. Alsof er niets goed meer in de wereld over was.

“Mijn dochter,” klonk een stem.

Gwendolyn draaide zich om en schrok toen ze haar moeder zag staan. Ze keek terug met een getekend en ziekelijk gezicht, nauwelijks de moeder die ze eens kende en zich herinnerde. Het was de moeder die ze zich van haar sterfbed herinnerde, de moeder die eruit zag alsof ze te oud voor één leven was.

Gwen kreeg een prop in haar keel en ze besefte hoeveel ze haar had gemist, ondanks alles wat er tussen ze was gebeurd. Ze wist niet of ze haar miste of haar familie of iets bekends, de Ring. Wat zou ze er niet voor over hebben om weer thuis te zijn, terug in het bekende.

“Moeder,” antwoordde Gwen, ze kon nauwelijks geloven wat ze zag.

Gwen reikte naar haar en plotseling was ze ergens anders. Ze stond op een eiland, aan de rand van een klif en het eiland was verkoold. Het was tot de grond toe afgebrand. De sterke geur van rook en zwavel hing in de lucht en brandde haar neusgaten. Ze keek over het eiland uit en terwijl de aswolken in de wind uiteen dreven zag ze een gouden wieg staan, verbrand. Het was het enige object in dit landschap dat uit sintels en as bestond.

Gwen’s hart klopte in haar keel terwijl ze naar voren liep, bang om haar zoon erin te zien, of dat hij in orde was. Een deel van haar was blij om erin te kijken en hem vast te houden, om hem tegen haar borst aan te klemmen en hem nooit meer te laten gaan. Maar een ander deel was bang dat hij er niet zou zijn – of erger, dat hij dood zou zijn.

Gwen rende naar voren, leunde voorover en keek in de wieg. Haar hart zonk toen ze zag dat het leeg was.

“GUWAYNE!” schreeuwde ze in doodsangst uit.

Gwen hoorde hoog in de lucht gekrijs, passend bij die van haar. Toen ze omhoog keek zag ze een zwerm van zwarte wezens en gelijk uitziende waterspuwers wegvliegen. Haar hart stopte toen ze in de klauwen van de laatste een baby huilend zag hangen. Hij werd in de hemel van naargeestigheid weggedragen, omhoog gehesen door een zwerm van duisternis.

“NEE!” gilde Gwen.

Gwen werd schreeuwend wakker. Ze zat rechtop in bed en keek overal naar Guwayne, uitreikend om hem te redden, om hem tegen haar borst aan te klemmen.

Maar hij was nergens.

Gwendolyn zat hijgend in bed en probeerde erachter te komen waar ze was. Het zachte licht van de dageraad kwam door de ramen heen en het duurde even voordat ze het doorhad: de Bergrug. Het kasteel van de Koning.

Gwen voelde iets aan haar handpalm en toen ze neerkeek zag ze dat Krohn haar hand likte en daarna zijn hoofd op haar schoot legde. Ze aaide zijn hoofd terwijl ze op de rand van het bed zat, hijgend, zich langzaam oriënterend met het gewicht van haar droom op haar.

Guwayne, dacht ze. De droom voelde zo echt aan. Ze wist dat het meer dan een droom was – het was een visioen. Waar hij ook was, Guwayne was in moeilijkheden. Hij was door een of andere donkere macht ontvoerd. Ze kon het voelen.

Gwendolyn stond opgewonden op. Meer dan ooit voelde ze een aandrang om haar zoon te vinden, om haar man te vinden. Meer dan alles wilde ze hem zien en vasthouden. Maar ze wist dat het niet zo mocht zijn.

Terwijl ze haar tranen droogde, wikkelde ze haar zijden gewaad om haar heen. Ze liep snel de kamer door, de kinderhoofdjes voelden glad en koud aan onder haar blote voeten, en ze bleef bij het grote gewelfde raam rondhangen. Ze duwde het glas-in-lood raam open en het gedempte ochtendlicht viel naar binnen, de eerste zon kwam op, het platteland werd met scharlaken overstroomd. Het was adembenemend. Gwen keek naar buiten, naar de Bergrug, naar de vlekkeloze hoofdstad en overal eromheen het eindeloze platteland, glooiende heuvels en weelderige wijngaarden. Het was een overvloed zoals ze nog nooit op één plek had gezien. Daarachter verlichtte het sprankelende blauw van het meer de ochtend – en daarachter lagen de bergtoppen van de Bergrug in een perfecte cirkel. Ze omcirkelden de plek die in de mist bedekt lag. Het leek alsof er op deze plek geen kwaad plaats kon vinden.

Gwen dacht aan Thorgrin, aan Guwayne, ergens daar achter die bergtoppen. Waar waren ze? Zou ze hen ooit weer zien?

Gwen liep naar de waterbak, spetterde water in haar gezicht en kleedde zich snel aan. Ze wist dat ze Thorgrin en Guwayne niet zou vinden als ze in haar kamer zou blijven zitten en ze voelde meer dan ooit dat ze het moest doen. Als iemand haar kon helpen, dan was het wel de Koning. Hij moest een manier weten.

Gwen dacht aan haar gesprek met hem terwijl ze over de toppen van de Bergrug wandelden en Kendrick zagen vertrekken, ze dacht aan de geheimen die hij aan haar onthuld had. Zijn sterven. Het sterven van de Bergrug. Er was nog meer, meer geheimen die hij zou gaan onthullen – maar ze werden onderbroken. Zijn adviseurs hadden hem voor dringende zaken meegevoerd en toen hij wegging beloofde hij meer te vertellen – en haar om een gunst te vragen. Wat was de gunst? vroeg ze zich af. Wat wilde hij van haar?

De Koning had aan haar gevraagd om hem bij het ochtendgloren in zijn troon kamer te ontmoeten. En Gwen haastte zich met aankleden, wetende dat ze al laat was. Door haar dromen voelde ze zich een beetje slap.

Terwijl ze door de kamer snelde kreeg ze een steek van de honger. De uithongering van de Grote Woestenij eiste nog steeds zijn tol en ze keek naar de tafel die vol met lekkernijen lag – broden, fruit, kazen, puddings – en ze pakte snel wat en at terwijl ze liep. Ze pakte meer dan ze nodig had en terwijl ze liep voerde ze de helft aan Krohn, die naast haar liep te janken en hij griste het uit haar handen. Ze was zo dankbaar voor dit voedsel, het onderdak, deze overvloedige kamers – het voelde bijna alsof ze terug was in het Hof van de Koning, in het kasteel waar ze was opgegroeid.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Популярные книги автора