In de gang kwam de geur van pannenkoeken, bacon en ahornsiroop haar tegemoet. Haar moeder deed graag of ze de All-American Moeder was, met haar voetbalmoeder kapsel. Ze was allesbehalve. Ze was een bedriegster. Het was allemaal nep. All-American Moeders zouden van hun kinderen moeten houden—niet één dochter adoreren en de ander zich intussen klein en onbelangrijk laten voelen.
Kate wist al dat de pannenkoeken niet voor haar waren. Ze waren voor haar vader en voor haar zus, Madison, en haar broertje, Max, maar niet voor haar. Haar moeders hatelijke opmerkingen galmden door haar hoofd.
Als je nu een sport op zou pakken, dan zou je ook een stevig ontbijt kunnen hebben. Maar omdat je de hele dag alleen maar binnen zit te lezen moet je op je figuur letten.
Kate zette zich schrap voor ze de keuken inliep.
De keuken in het nieuwe huis was smaakvol ingericht, gevuld met de nieuwste gadgets. Het zag eruit als een keuken die uit een magazine was geknipt. Het was alles dat haar moeder nodig had om haar schertsvertoning van de perfecte familie vol te houden.
Haar vader zat aan de tafel, zijn ogen nog rood van zijn drinksessie van de vorige avond. Hij staarde somber in zijn zwarte koffie. Zijn pannenkoeken stonden onaangeraakt naast hem. Kate wist dat dat betekende dat zijn kater te hevig was om te eten.
Madison, die ook aan de tafel zat, was bezig met haar make-up op doen in haar kleine spiegeltje. Haar donkere haar viel in zachte golven over haar schouders en glinsterde in het zonlicht. Ze complimenteerde haar look met felrode lippenstift, waardoor ze er meer uit zag als een universiteitsstudente dan als de middelbare school leerling die ze in werkelijkheid was. Het was niet te zien dat er slechts achttien maanden tussen de meisjes zat. Madison was meer als een vrouw, terwijl Kate zich op veel vlakken nog steeds als broodmager kind voelde.
Kate schuifelde de keuken in en griste haar tas van de vloer. Max merkte haar op en glimlachte naar haar. Hij was veertien, en verreweg de aardigste persoon van Kate’s familie. Hij probeerde het in elk geval.
“Wil je ook?” zei hij, terwijl hij naar zijn stapel pannenkoeken wees.
Kate glimlachte. Ze wist dat Max dol was op pannenkoeken en dat hij waarschijnlijk al zijn wilskracht nodig had om ze niet te verslinden. Ze was geraakt door het gebaar.
“Ik ben oké, bedankt,” zei ze.
Haar moeder, die bij het keukenraam sap stond in te schenken, draaide zich om.
“Geen pannenkoeken voor Kate,” zei ze. “Het ziet er naar uit dat je wat bent aangekomen.”
Ze bekeek Kate van top tot teen en nam niet eens de moeite om de afkeer op haar gezicht te verbergen. Kate beantwoordde haar woeste staar met een koude blik in haar ogen.
Max staarde naar zijn bord. Hij voelde zich schuldig vanwege het feit dat hij ervoor had gezorgd dat zijn moeder Kate begon te bekritiseren.
“Maak je geen zorgen, Moeder,” zei Kate emotieloos. “Ik ken de regels.”
Normaal gesproken was Kate voorzichtig met terugpraten naar haar moeder. Het maakte de dingen alleen maar erger. Maar iets voelde anders vandaag. Misschien was het omdat ze nu zeventien was. Ze voelde zich een beetje sterker, een beetje machtiger. Ze had het gevoel alsof ze op het punt stond iets opwindends te beleven.
Kate deed de koelkast open en haalde er een bak gewone yoghurt uit. Het was het enige dat haar moeder haar nu als ontbijt liet eten.
Ze greep een lepel en begon haar yoghurt te eten, zittend op het keukeneiland; ze had geen behoefte om bij de rest van de familie aan de ontbijttafel aan te schuiven.
Haar moeder liep met een kan sinaasappelsap naar de tafel en schonk een glas in voor de rest.
Madison klapte haar handspiegeltje dicht en keek op naar haar zus.
“Wil je een lift met mij en Max naar school?” zei ze, terwijl haar ogen van Kate’s gehavende schoenen naar haar gescheurde spijkerbroek en onflatteuze T-shirt schoten.
Kate wierp een blik op Max. Hij zag er nog schuldiger uit dan ooit. Zij en Max hadden altijd samen naar school gefietst, maar sinds ze naar het nieuwe huis waren verhuisd en de reis langer was geworden, was hij steeds vaker met Madison in de auto meegereden. Ze kon het hem niet kwalijk nemen—het was een uur fietsen naar San Marcos Senior School vanaf het nieuwe huis, en nauwelijks vijftien minuten met de auto—maar ze miste dat gevoel van solidariteit dat ze altijd met hem had. Het was alsof ze, door samen te fietsen, stilzwijgend hun afkeuring lieten blijken over de pikorde in het huis, waar Madison overduidelijk bovenaan stond. Maar nu was zelfs dat stille protest verbroken. Soms, als ze een paranoïde momentje had, vroeg Kate zich af of haar moeder dit huis bij Butterfly Beach alleen had willen hebben om haar en Max uit elkaar te trekken.
“Geen lift,” waarschuwde haar moeder, hoewel haar toon tegen Madison zachter was. “Kate heeft beweging nodig.”
Kate staarde naar de vier mensen aan de ontbijttafel en voelde een steek van afgunst. Haar familie was totaal disfunctioneel maar ze waren alles dat ze had, en het was pijnlijk om van hen gescheiden te zijn.
“Ik pak mijn fiets wel,” zuchtte Kate.
Madison haalde haar schouders op. Ze was niet echt wreed tegen Kate maar ze nam nooit de moeite om voor haar zus op te komen. Madison was de favoriete dochter in huis en zij voelde zich uitstekend op haar gemak aan de top. Teveel met Kate associëren kon haar reputatie schaden. Ze had van dichtbij meegemaakt hoe het was om in de ogen van hun moeder van een voetstuk te vallen, en het was duidelijk dat ze niets zou doen om dat te riskeren.
Aan de andere kant van de kamer ving Max Kate’s blik op en fluisterde stilletjes sorry.
Ze schudde haar hoofd en fluisterde geeft niet.
Het was niet zijn schuld dat hij er altijd tussen in zat. Hij zou zich niet schuldig moeten voelen voor haar moeders onrechtvaardigheid.
Max wees naar Kate’s tas en tilde zijn wenkbrauwen op.
Kate fronste en tuurde in haar schooltas. Er zat een poeder-blauwe envelop in. Ze snakte naar adem. Het was een kaart. Ze werd overspoeld door dankbaarheid. Hij had haar stiekem een verjaardagskaart gegeven.
Kate keek verrast op en ze maakte oogcontact met hem terwijl hij schaapachtig naar haar glimlachte.
Dank je, fluisterde ze.
Hij knikte en glimlachte breder.
“Heb je vandaag geen training, lieverd?” vroeg hun moeder aan Madison. Haar ogen schitterden van trots terwijl ze naar haar mooie, getalenteerde oudste dochter keek.
De twee begonnen over cheerleader training, en gaven kattige commentaren over welke meisjes het team teleur stelden, of wie er de laatste tijd teveel was aangekomen. Ze waren als twee handen op één buik, haar moeder en Madison. Kate’s moeder was een succesvol cheerleader geweest toen zij op school zat, en het was een enorme teleurstelling voor haar geweest toen Kate de activiteit had gemeden ten behoeve van lezen en schrijven.
Op dat moment stond hun vader ineens op. Iedereen verstijfde. Hij was een lange man en hij torende boven hen allemaal uit, waardoor hij een donkere schaduw over de anders zo lichte, zonnige keuken wierp.
“Ik ben laat voor werk,” mompelde hij.
Kate’s spieren spanden zich. De enige plek waar haar vader heen zou moeten gaan was terug naar bed, zodat hij zijn kater uit kon slapen. Hij verkeerde in een absolute toestand, met zijn loshangende shirt en stoppels op zijn kin. Misschien was zijn drinkprobleem wel één van de redenen dat haar moeder zo kritisch was op Kate’s verschijning; ze had geen controle over hoe representatief haar man eruit zag, dus reageerde ze dat af op haar dochter.
De hele kamer was stil, en ze hielden allemaal hun adem in. Hun vader slenterde door de keuken, viste zijn autosleutels uit de schaal op het keukeneiland en griste zijn koffer van de vloer. Zijn bewegingen waren ongecoördineerd, en het zat Kate niet lekker dat hij in die toestand naar zijn werk moest rijden. Ze vroeg zich af wat zijn collega’s van hem dachten. Zouden ze weten hoeveel hij ’s avonds dronk? Of was hij net zo goed in acteren als haar moeder? Als hij op zijn werk kwam, liet hij zich dan moeiteloos in het persona van een andere man glijden, een betere man, een familieman, een man die respect verdiende? Hij was vaak genoeg gepromoveerd om zich een mooi huis in een benijdenswaardige buurt te kunnen veroorloven, dus hij moest wel iets goed doen.