Морган Райс - Heerser, Rivaal, Banneling стр 7.

Шрифт
Фон

“De moeder van dit kind is mijn slavin,” zei Irrien. “Het kind is niet van haar om weg te geven.”

Hij hoorde de andere man lachen.

“Dat is heel belangrijk voor je, nietwaar?” zei Daskalos. “Je moet winnen, want je moet de sterkste zijn. Misschien is dat de les die ik je kan leren, Irrien: er is altijd iemand die sterker is.”

Irrien had genoeg van deze dwaas, tovenaar of niet. Hij had zat mannen en vrouwen ontmoet die hadden geclaimd magie te kunnen beheersen. Sommigen van hen hadden zelfs dingen gedaan die Irrien niet had kunnen verklaren. Maar het had hen niet sterker gemaakt dan hij. Wanneer je geconfronteerd werd met magie, was het het beste om als eerste aan te vallen, en hard.

Hij dook naar voren en boorde zijn mes door de borst van de jonge man. Daskalos keek naar beneden, en stapte toen doodkalm opzij, alsof Irrien slechts zijn gewaden had geschampt.

“Vrouwe Stephania probeerde ook zoiets toen ik voorstelde om haar kind te nemen,” zei Daskalos met een hint van vermaak in zijn stem. “Ik zal je vertellen wat ik tegen haar zei: er staat een prijs op als je mij aanvalt. Misschien zal ik de jongen hem zelfs wel laten innen.”

Irrien viel weer aan, en mikte deze keer op de keel van de man in een poging hem de mond te snoeren. Hij struikelde langs het altaar. De tovenaar stond er niet meer. Irrien knipperde met zijn ogen en keek om zich heen. Hij was nergens te bekennen.

“Nee!” bulderde Irrien. “Ik maak je af. Ik jaag je op!”

“Eerste Steen?” zei één van de priesters. “Is alles in orde?”

Irrien sloeg hen met zijn andere hand, en de man ging tegen de grond. Hij hoorde de anderen naar adem snakken. Blijkbaar waren ze weer bevrijd van de spreuk die de tovenaar had gebruikt om hen te controleren.

“Heer Irrien,” zei de hoogste priester. “Ik moet bezwaar maken. Het slaan van een priester is het inviteren van de toorn van de goden.”

“De toorn van de goden?” herhaalde Irrien. Hij rechtte zijn rug, maar de oude dwaas was blijkbaar zo verstrikt in zijn zelfgenoegzaamheid dat hij het niet merkte.

“Het is niet wijs daarmee te spotten, Eerste Steen,” zei de man. “En waar is het offer?”

“Weg,” zei Irrien. Vanuit zijn ooghoek zag hij een aantal mensen nerveus heen en weer schuiven. Zij leken de gevaarlijke aard van zijn woede in elk geval te erkennen.

De priester leek te geobsedeerd om het op te merken. “De goden moeten bedankt worden voor deze overwinning, anders bestaat het gevaar dat dit de laatste geweest zal zijn. U mag dan de machtigste man zijn, maar de goden—”

Irrien trok de man dicht naar zich toe toen hij hem neerstak. De tovenaar had hem zwak laten lijken. Hij kon de priester niet toestaan hetzelfde te doen. Irrien liet de oude man op het altaar zakken, bijna op dezelfde plek als waar Stephania had gelegen.

“Ik heb deze overwinning omdat ik hem zelf heb gerealiseerd,” zei Irrien. “Is er hier iemand die denkt dat hij sterker is dan ik? Denken jullie dat jullie goden jullie de kracht geven om me af te nemen wat van mij is? Denken jullie dat?”

Hij keek hen zwijgend en uitdagend aan. Hij ontmoette hun blikken en zag wie er wegkeek, hoe snel, en hoe bang ze eruitzagen wanneer ze het deden. Hij koos één van de andere priesters uit, jonger dan de dode was geweest.

“Jij, wat is je naam?”

“Antillion, Eerste Steen.” Irrien kon de angst in zijn stem horen. Mooi. Een man moest goed beseffen wie hem zijn leven kon afnemen.

“Jij bent nu de hoogste priester in Delos. Je legt verantwoording af aan mij. Heb je dat begrepen?”

De jonge man boog. “Ja, Eerste Steen. Wat kan ik voor u doen?”

Irrien keek om zich heen terwijl hij zichzelf kalmeerde. Zijn temperament kon anderen intimideren, maar een temperament dat hij niet onder controle had was een zwakte. Het leidde tot tweestrijd, en kon degenen die het als stupiditeit zagen aanmoedigen.

“Ruim dat op zoals je met het eerste offer hebt gedaan,” antwoordde Irrien terwijl hij naar de dode priester wees. “Later zoek je me op in de koninklijke vertrekken.”

Hij liep naar de knielende slaven en koos twee van Stephania’s voormalige dienstmeisjes uit. Ze hadden veel van de schoonheid van hun voormalige meesteres, met een gepaste angst in hun ogen. Hij liet hen staan.

“Later,” zei Irrien. Impulsief duwde hij één van de meisjes richting de priester. “Ik wil niet dat men denkt dat ik de goden niet respecteer. Maar ik laat me niets vertellen. Neem deze en offer haar. Ik neem aan dat dat hen zal plezieren?”

De priester boog diep. “Wat u pleziert, Eerste Steen, zal de goden ook plezieren.”

Dat was een goed antwoord. Het was bijna goed genoeg om Irriens woede te sussen. Zijn hand sloot zich om de onderarm van de andere vrouw. Ze leek in shock door het besef dat ze zojuist aan de dood was ontsnapt.

De ander schreeuwde het uit toen ze haar naar het altaar sleurden.

Daar gaf Irrien niets om. Hij gaf ook niets om de slavin die hij met zich meesleurde terwijl hij de ruimte verliet. De zwakkeren deden er niet toe. Wat er wel toe deed was het feit dat een tovenaar zich met zijn zaken bemoeide. Irrien wist niet wat dat betekende, en het ergerde hem dat hij niet kon zien wat de intenties van deze Daskalos waren.

Pas toen hij bij de koninklijke vertrekken kwam, had hij zichzelf ervan overtuigd dat het niet belangrijk was. Wie kon er nu vat krijgen op zij die met magie speelden? Wat belangrijk was, was het feit dat Irrien plannen had met het Rijk, en dat die plannen tot dusver zeer voorspoedig verliepen.

En het zou nog beter worden, hoewel hij wel een vervelende nasmaak in zijn mond had. Wat wilde die tovenaar met de jongen? Wat bedoelde hij met dat hij hem in een wapen wilde veranderen? Op de één of andere manier deed alleen al de gedachte aan hem Irrien huiveren, en dat haatte hij. Irrien had altijd geclaimd voor niemand bang te zijn, maar die Daskalos…

Hij was heel bang voor hem.

HOOFDSTUK VIER

Thanos wist dat hij naar de horizon zou moeten kijken. Maar op dat moment kon hij alleen maar naar Ceres kijken, overspoeld door gevoelens van trots, liefde en verbazing. Ze stond op het voorsteven van hun kleine boot en liet haar hand door het water glijden terwijl ze de haven uitvoeren, het open water op. Om hen heen glinsterde de lucht, en de onzichtbare nevel die om hen heen hing leek het licht te verdraaien.

Op een dag, wist Thanos, zou hij met haar trouwen.

“Ik denk dat dit wel genoeg is,” zei Thanos zachtjes tegen haar. Hij kon aan haar gezicht zien hoeveel inspanning het haar kostte. De kracht vergde veel van haar.

“Nog… een beetje… verder.”

Thanos legde een hand op haar schouder. Ergens achter zich hoorde hij Jeva naar adem snakken, alsof de Bottenvrouw verwachtte dat hij door de kracht naar achteren geslingerd zou worden. Thanos wist echter dat Ceres dat hem nooit aan zou doen.

“We zijn veilig,” zei hij. “Er is niemand achter ons.”

Hij zag Ceres zich omdraaien en verrast opkijken toen ze zag dat ze nu in het diepe water voeren. Had het zoveel concentratie gevergd om de nevel vast te houden? Hoe dan ook, er was nu niemand meer achter hen. De oceaan was leeg.

Ceres haalde haar hand uit het water en wankelde even. Thanos ving haar op en hield haar staande. Na alles dat ze doorstaan had, was hij verbijsterd dat ze zoveel kracht had getoond. hij wilde er voor haar zijn. Niet af en toe, maar altijd.

“Ik ben in orde,” zei Ceres.

“Je bent veel meer dan dat,” verzekerde Thanos haar. “Je bent geweldig.”

Geweldiger dan hij ooit had kunnen bevatten. Het was niet alleen dat Ceres mooi en slim en sterk was. Het was niet alleen dat ze machtig was, of dat ze het welzijn van anderen consistent voor dat van zichzelf plaatste. Het was dat alles, maar het was nog meer.

Zij was de vrouw van wie hij hield, en na alles dat er in de stad was gebeurd, was zij de enige vrouw van wie hij hield. Thanos dacht na over wat dat betekende. Ze konden samen zijn nu. Ze zouden samen zijn.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Популярные книги автора