Misdaad in het Donker - Грейс Фиона страница 9.

Шрифт
Фон

Haar stem dwaalde af en ze wierp Lacey een hoopvolle, smekende blik toe.

Lacey had nu nog meer twijfels dan voorheen. Niet vooraf betaald worden zou riskant zijn, omdat ze de aanschaf van spullen zou moeten voorschieten. Dat zou tienduizenden ponden gaan kosten. En zo’n groot project met zo’n krappe doorlooptijd aannemen terwijl ze ook nog haar eigen zaak had was niet slim. Aan de andere kant had ze genoten van de tour en ze kon zich al inbeelden hoe het pand eruit zou zien als het vol stond met antieke stukken. Ze had het ook leuk gevonden om haar oude interieurontwerpers-vaardigheden uit het stof te halen en ze te combineren met haar nieuwe talenten voor antiekjagen. Suzy had haar een unieke kans aangeboden en de B&B zou ongetwijfeld snel winst gaan maken. Ja, het zou een enorm financieel risico zijn, en een enorme aanslag op haar tijd en energie. Maar wanneer zou Lacey weer zo’n kans krijgen?

Nog niet klaar om Suzy een definitief antwoord te geven zei Lacey, “Hou die gedachte even vast.”

Ze liep naar haar auto en haalde de kist met het flintlock geweer.

“Het geweer!” riep Suzy uit. Ze straalde toen ze het zag, net zo blij als toen Lacey haar het de vorige dag voor het eerst had laten zien. “Je hebt het meegenomen? Voor mij?”

“Yup,” zei Lacey tegen haar.

Ze zette de kist op de balie van de receptie en klikte de sluitingen open.

Suzy reikte in de kist en liet haar vingers liefdevol over de loop van het wapen glijden. “Mag ik het pakken?”

“Tuurlijk,” zei Lacey.

Suzy pakte het wapen uit de kist en ging in een schietpositie staan. Ze zag eruit als een professional, zo goed zelfs dat Lacey op het punt stond om haar te vragen of ze weleens gejaagd had. Maar voordat ze de kans kreeg gingen de automatische schuifdeuren achter hen open.

Lacey draaide zich om en zag een man in een donker pak naar binnen struinen. Hij werd gevolgd door een vrouw in een presidentieel uitziend, vuurrood mantelpak. Lacey herkende de vrouw van de gemeentelijke bijeenkomsten. Het was raadslid Muir, hun plaatselijke parlementariër.

Ook Suzy draaide zich met een ruk om, het wapen nog steeds in haar handen.

Toen de man in het pak het wapen zag, ging hij beschermend voor raadslid Muir staan.

“Suzy!” piepte Lacey. “Leg dat geweer neer!”

“Oh!” zei Suzy met rood aangelopen wangen.

“Het is maar een antiek geweer!” zei Lacey tegen de beveiliger, die nog steeds beschermend voor raadslid Muir stond.

Uiteindelijk liet hij haar, nog steeds een beetje twijfelend, los.

Het raadslid streek haar mantelpak glad en streek door haar haar. “Dank je, Benson,” zei ze stijfjes tegen de man die op het punt had gestaan om een kogel voor haar op te vangen. Ze leek vooral in verlegenheid gebracht.

“Sorry, Joanie,” zei Suzy. “Dat ik een geweer op je richtte.”

Joanie? dacht Lacey. Dat was een behoorlijk informele manier om de vrouw aan te spreken. Kenden de twee elkaar soms persoonlijk?

Raadslid Muir zei niets. Haar blik gleed naar Lacey. “Wie is dit?”

“Dit is mijn vriendin Lacey,” zei Suzy. “Ze gaat de B&B inrichten. Hoop ik.”

Lacey deed een stap naar voren en stak haar hand uit naar het raadslid. Ze had haar nog nooit van dichtbij gezien, alleen wanneer ze vanaf het podium in het gemeentehuis, of op de flyers die weleens door de brievenbus van haar winkel vielen. De vrouw was in de vijftig, ouder dan op haar pr-foto; de lijnen rond haar ogen verraadden haar leeftijd. Ze zag er vermoeid en gestrest uit en ze schudde Lacey niet de hand; ze had haar handen vol met een dikke envelop.

“Is dat mijn bedrijfsvergunning?” piepte Suzy opgewonden toen ze de envelop zag.

“Ja,” zei raadslid Muir haastig terwijl ze haar de envelop overhandigde. “Ik kwam alleen langs om het af te geven.”

“Joanie heeft dit allemaal zo snel voor me geregeld,” zei Suzy tegen Lacey. “Wat is het woord? Je hebt het gesneld?”

“Versneld,” verbeterde een van de mannen haar, waarop raadslid Muir hem een scherpe blik toewierp.

Lacey fronste. Het was behoorlijk ongebruikelijk voor een raadslid om zakelijke vergunningen persoonlijk af te leveren. Toen Lacey de aanvraag voor haar eigen bedrijfsvergunning had ingediend, had ze heel veel online formulieren moeten invullen en urenlang in groezelige gemeentegebouwen moeten wachten tot het nummer op haar ticket werd omgeroepen, alsof ze in de rij stond bij de slager. Ze vroeg zich af waarom Suzy een speciale behandeling kreeg. En waarom spraken ze elkaar al bij de voornaam aan?

“Kennen jullie elkaar soms ergens van?” vroeg Lacey, die benieuwd was naar hoe dit precies zat.

Suzy grinnikte. “Joan is mijn tante.”

“Ah,” zei Suzy.

Dat was logisch. Raadslid Muir had het proces om het bejaardenhuis om te zetten naar een B&B versneld omdat ze familie was van Suzy. Carol had gelijk gehad. Er was hier veel vriendjespolitiek in het spel.

“Ex-tante,” corrigeerde raadslid Muir op defensieve toon. “En geen bloedverwant. Suzy is het nichtje van mijn ex-man. En dat heeft overigens geen rol gespeeld in het besluit om de vergunning toe te kennen. Het is hoog tijd dat Wilfordshire een goede B&B krijgt. Het toerisme neemt elk jaar toe en onze huidige faciliteiten kunnen de vraag niet aan.”

Wat Lacey betreft was het duidelijk dat raadslid Muir probeerde om het gesprek af te leiden van de zichtbare voorkeursbehandeling die Suzy had gekregen. Maar dat was echt niet nodig. Het veranderde Lacey’s mening over Suzy niet; het was immers niet haar fout dat ze goede connecties had en wat Lacey betreft toonde het karakter dat ze haar connecties gebruikte in plaats van op haar lauweren te rusten. Als ze van iemand een slechte indruk kreeg, dan was het wel van raadslid Muir zelf; en niet omdat ze haar invloed gebruikte om het nichtje van haar ex-man een enorme gunst te bewijzen, maar omdat ze er zo vaag en ontwijkend over deed. Geen wonder dat de Carols van Wilfordshire zo fel tegen het oostelijke vernieuwingsproject waren!

Het in het rood geklede raadslid was nog steeds excuses aan het maken. “Er is genoeg vraag voor twee B&Bs van dit formaat, zeker als je alle extra bezoekers meetelt die we krijgen door de oude schietvereniging terug te lokken.”

Lacey was meteen geïnteresseerd. Ze dacht aan Xaviers briefje en zijn suggestie dat haar vader in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om te jagen.

“De oude schietvereniging?” vroeg ze.

“Ja, die in Penrose Manor,” legde raadslid Muir uit. Ze gebaarde naar het westen, waar het landgoed aan de andere kant van de vallei lag.

“Er was daar ooit een bos, toch?” viel Suzy bij. “Ik hoorde dat Henry de Achtste de jachthut had laten bouwen zodat hij hier op wilde zwijnen kon jagen!”

“Dat klopt,” zei het raadslid met een zakelijk knikje. “Maar het bos werd uiteindelijk gekapt. Zoals met veel Engelse landgoederen gebeurde, ging de adel op vogels schieten toen geweren werden uitgevonden. Zo veranderde de sector in wat het nu is. Tegenwoordig fokken ze eenden, patrijzen en fazanten puur voor de jacht.”

“Hoe zit het dan met konijnen en duiven?” vroeg Lacey, denkend aan wat Xavier had geschreven.

“Die mogen het hele jaar door bejaagd worden,” bevestigde raadslid Muir. “De schietvereniging van Wilfordshire gaf buiten het jachtseizoen les aan amateurs. Zij oefenden op duiven en konijnen. Niet heel glamoureus, maar je moet ergens beginnen.”

Lacey liet de informatie even bezinken. Het kwam precies overeen met wat Xavier had geschreven, dus ze moest wel geloven dat haar vader echt in de zomers naar Wilfordshire was gekomen om bij Penrose Manor te schieten. En dan was er ook nog de foto van haar vader en Iris Archer, de voormalige eigenaresse. Dat maakte het nog waarschijnlijker.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Популярные книги автора