Морган Райс - Een Gift Van Wapens стр 7.

Шрифт
Фон

“Moeten we teruggaan?” vroeg Fulton.

“Nee,” hoorde Godfrey zichzelf zeggen, en zelfs hij was verrast.

De anderen keken hem geschokt aan. Anderen kwamen dichterbij.

“Ik mag dan geen goede krijger zijn,” zei Godfrey, “maar dat zijn mijn broers. Ze worden meegenomen. We kunnen niet teruggaan. Zelfs als het onze dood betekent.”

“Bent u gestoord?” vroeg de Silesiaanse generaal. “Al die geweldige krijgers van de Zilveren, van de MacGils, van de Silesianen—zij allemaal konden niets beginnen tegen de mannen van het Rijk. Denkt u dat een paar duizend van onze mannen, onder uw bevel, het wel zouden kunnen?”

Godfrey draaide zich naar hem om, geïrriteerd. Hij was het zat dat er steeds aan hem getwijfeld werd.

“Ik heb niet gezegd dat we zouden winnen,” antwoordde hij. “Ik zeg alleen dat dat het juiste is om te doen. Ik laat hen niet in de steek. Als je wil omkeren en naar huis wil gaan, ga je gang. Dan zal ik ze zelf aanvallen.”

“U bent een onervaren commandant,” zei hij. “U weet niet waar u het over heeft. U leidt al deze mannen de dood in.”

“Dat klopt,” zei Godfrey. “Dat is waar. Maar u heeft beloofd niet meer aan me te twijfelen. En ik keer niet om.”

Godfrey reed een paar meter naar voren, naar een verhoging, zodat hij door al zijn mannen gezien kon worden.

“MANNEN!” bulderde hij. “Ik weet dat jullie me niet kennen als een ervaren commandant, zoals Kendrick of Erec of Srog dat zijn. En het is waar, ik bezit niet hun vaardigheden. Maar ik heb een hart, in ieder geval af en toe. En dat hebben jullie ook. Onze broeders zijn daar ergens, gevangen. En ik zou persoonlijk liever sterven dan toekijken hoe zij worden meegevoerd, en wij als honden teruggaan naar onze stad, waar we maar moeten wachten tot het Rijk ons ook komt doden. Want ik verzeker je: dat zal gebeuren. We kunnen nu allemaal ten onder gaan, vechtend, de vijand achter na als vrije mannen. Of we kunnen ten onder gaan in schaamte en oneer. De keus is aan jullie. Rij met mij, en of je nu leeft of niet, je zult rijden naar glorie!”

Zijn mannen schreeuwden, zo enthousiast dat het Godfrey compleet verraste. Ze hieven hun zwaarden hoog, en het bemoedigde hem.

Het zorgde er ook voor dat het tot hem doordrong wat hij zojuist had gezegd. Hij had zijn woorden niet overdacht voor hij ze had uitgesproken; hij werd slechts meegevoerd in het moment. Nu besefte hij dat hij eraan vast zat, en hij was een beetje geschokt door zijn eigen woorden. Zijn eigen moed was intimiderend, zelfs voor hem.

Terwijl de mannen zich voorbereidden op hun laatste aanval, reden Akorth en Fulton naar hem toe.

“Borrel?” vroeg Akorth.

Godfrey zag hem een wijnzak tevoorschijn halen, en hij griste hem uit Akorths handen; hij gooide zijn hoofd naar achteren en dronk gulzig, tot de hele zak bijna leeg was. Godfrey veegde zijn mond af met de achterkant van zijn hand.

Wat heb ik gedaan? vroeg hij zich af. Hij had zichzelf, en de anderen, gebonden aan een strijd die ze niet konden winnen. Was hij soms bezeten?

“Ik dacht niet dat je het in je had,” zei Akorth, die hem hardhandig op zijn rug sloeg. “Wat een speech. Beter dan het theater!”

“We hadden tickets moeten verkopen!” viel Fulton bij.

“Ik denk dat je het niet eens zo fout hebt,” zei Akorth. “Het is beter om op onze voeten te sterven dan op onze rug.”

“Hoewel op onze rug niet eens zo slecht zou zijn, als het in het bed van een bordeel is,” voegde Fulton toe. “Of wat dacht je van sterven met een pul bier in onze hand en onze hoofden achterover!”

“Dat zou inderdaad een mooie manier zijn om te gaan,” zei Akorth.

“Maar ik denk dat dat na een tijdje inderdaad wel eentonig zou worden,” zei Fulton. “Hoeveel bier kan een man drinken, met hoeveel vrouwen man een man slapen?”

“Nou, een hoop, als je er goed over nadenkt,” zei Akorth.

“Dan nog, dan is het toch leuk om op een andere manier te sterven. Niet zo saai.”

Akorth zuchtte.

“Nou, als we dit allemaal overleven, dan geeft het ons in ieder geval een reden om echt te drinken. Voor het eerst zouden we het dan verdiend hebben!”

Godfrey draaide zich om en probeerde het onophoudelijke geklets van Akorth en Fulton uit te zetten. Hij moest zich concentreren. Het was tijd om een echte man te worden, om gevatte gekkernij en taverne grapjes achter te laten; om echte beslissingen te nemen die echte mensen beïnvloedden in de echte wereld. Het voelde zwaar; en hij vroeg zich af of dit was hoe zijn vader zich altijd had gevoeld. Hoe erg hij de man ook haatte, op een vreemde manier begon hij sympathie voor hem te krijgen. En misschien, tot zijn eigen afschuw, begon hij zelfs op hem te lijken.

Godfrey werd overspoeld door een golf van zelfverzekerdheid. Plotseling gaf hij zijn paard een schop, en met een luide strijdkreet stormde hij de heuvel af, de vallei in.

Achter hem klonken de strijdkreten van duizenden, en het geluid van de donderende paardenhoeven vulde zijn oren terwijl ze achter hem aan galoppeerden.

De wijn steeg naar zijn hoofd en de wind blies door zijn haar terwijl hij zijn dood tegemoet reed, en hij zich afvroeg waar hij in vredesnaam aan begonnen was.

HOOFDSTUK VIJF

Thor zat op zijn paard, zijn vader aan zijn ene zijde, McCloud aan zijn andere, en Rafi vlakbij. Achter hen zaten tienduizenden soldaten van het Rijk te paard, de grootste divisie van Andronicus’ leger, goed gedisciplineerd en geduldig wachtend op Andronicus’ bevel. Ze stonden op een richel, uitkijkend over de Hooglanden, waarvan de bergtoppen bedekt waren met sneeuw. Op de Hooglanden lag de McCloud stad, Hooglandia, en Thor keek gespannen toe hoe hij duizenden troepen de stad zag verlaten en hun kant op zag komen.

Dit waren geen MacGil mannen; en ook geen soldaten van het Rijk. Ze droegen een wapenrusting die Thor vaag herkende; maar terwijl hij zijn greep op het heft van zijn nieuwe zwaard verstevigde, wist hij niet precies wie ze waren, of waarom ze aanvielen.

“McClouds. Mijn voormalige mannen,” verklaarde McCloud aan Andronicus. “Allemaal goede McCloud soldaten. Allemaal mannen waar ik ooit zij aan zij mee heb gevochten.”

“Maar nu hebben ze zich tegen je gekeerd,” observeerde Andronicus. “Ze vallen aan.”

McCloud miste een oog, en de helft van zijn gezicht was gebrandmerkt met het teken van het Rijk. Hij zag er grotesk uit.

“Het spijt me, mijn heer,” zei hij. “Het is niet mijn schuld. Het is het werk van mijn jongen, Bronson. Hij heeft mijn eigen mensen tegen me gekeerd. Als hij er niet was geweest, zouden ze zich nu allemaal bij ons aansluiten.”

“Het is niet vanwege je jongen,” corrigeerde Andronicus. Zijn stem was koud als staal. “Het is omdat je een zwakke commandant bent en een nog zwakkere vader. De mislukking in je zoon is de mislukking in jou. Ik had moeten weten dat je niet in staat zou zijn om je eigen mannen in bedwang te houden. Ik had je al lang geleden moeten doden.”

McCloud slikte nerveus.

“Mijn heer, u moet wellicht in overweging nemen dat ze niet alleen tegen mij vechten, maar ook tegen u. Ze willen het Rijk uit de Ring verdrijven.”

Andronicus schudde zijn hoofd, en liet zijn vingers over de gekrompen hoofden aan zijn ketting glijden.

“Maar jij staat nu aan mijn kant,” zei hij. “Dus als ze tegen mij vechten, vechten ze ook tegen jou.”

McCloud trok zijn zwaard en keek met een dreigende blik in zijn ogen neer op het naderende leger.

“Ik zal mijn eigen mannen stuk voor stuk doden,” verkondigde hij.

“Dat weet ik,” zei Andronicus. “Als je het niet doet, dood ik je zelf. Niet dat ik jouw hulp nodig heb. Mijn mannen kunnen veel meer schade aanrichten dan jij je kunt voorstellen—zeker als ze geleidt worden door mijn eigen zoon, Thornicus.”

Thor was zich slechts vaag bewust van hun conversaties, maar tegelijkertijd hoorde hij er niets van. Hij was verdoofd. Zijn hoofd was gevuld met onbekende gedachten die hij niet herkende, gedachten die door zijn hersenen pulseerden en hem continu herinnerden aan de trouw die hij zijn vader verplicht was, aan zijn plicht om te vechten voor het Rijk, aan zijn lotsbestemming als Andronicus’ zoon. De gedachten maalden meedogenloos door zijn hoofd, en hoe hard hij het ook probeerde, hij was niet in staat om ze te verdrijven, en zijn eigen gedachten te denken. Het was alsof hij gegijzeld was in zijn eigen lichaam.

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Популярные книги автора