Морган Райс - De Gave Van Strijd стр 5.

Шрифт
Фон

Maar dit keer bonkte zijn hart van opwinding bij het aanzicht. Misschien maar honderd meter voor ze was een samenkomst van Zand Lopers.

Kendrick porde de anderen en ze keken ook op. Ze schrokken uit hun gemijmer op en ze zagen het allemaal met een schok. De strijd was daar.

Kendrick greep zijn wapen en de anderen ook, hij kreeg de bekende stoot adrenaline.

De Zand Lopers, tientallen, draaiden zich om en kregen ze in de gaten. Zij waren ook voorbereid en keken ze aan. Ze krijsten en kwamen op ze af rennen.

Kendrick hief zijn zwaard hoog en schreeuwde een luide strijdkreet. Hij was er klaar voor om ten minste zijn vijanden te doden – of te sterven..

HOOFDSTUK VIER

Gwendolyn liep statig door de hoofdstad van de Bergrug met Krohn aan haar zijde. Steffen volgde haar en haar gedachten tolden terwijl ze over de woorden van Argon nadacht. Aan de ene kant was ze blij dat hij hersteld was, weer zichzelf was – maar zijn noodlottige voorspelling bleef als een vloek in haar hoofd hangen, als een bel die haar dood aankondigde. Zijn onheilspellende, cryptische verklaringen klonken alsof ze niet voor altijd bij Thor zou zijn.

Gwen vocht tegen haar tranen toen ze snel liep, ze had een doel en ging naar de toren. Ze probeerde zijn woorden uit te bannen en weigerde voorspellingen haar leven te laten beheersen. Zo was ze altijd geweest en ze had het nodig om sterk te blijven. De toekomst mocht dan wel al geschreven zijn, maar ze had het gevoel dat het kon veranderen. Ze had het gevoel dat het lot kneedbaar was. Men moest het alleen graag genoeg willen, bereid zijn om genoeg op te geven – wat de prijs ook was.

Dit was zo een tijd. Gwen weigerde pertinent om Thorgrin en Guwayne uit haar vingers te laten glippen en ze was vastberaden. Ze zou haar lot trotseren, ongeacht de prijs, opofferen wat het universum ook van haar eiste. Ze zou onder geen beding leven zonder ooit weer Thor of Guwayne te zien.

Alsof hij haar gedachten kon lezen, jankte Krohn bij haar benen. Hij wreef tegen haar aan terwijl ze door de straten liep. Gwen schrok uit haar gedachten wakker, ze keek op en zag de opdoemende toren voor haar. Het was rood, rond, steeg recht omhoog in het centrum van de stad en ze herinnerde het zich: de sekte. Ze had de Koning beloofd dat ze de toren zou ingaan en zijn zoon en dochter uit de greep van de sekte zou proberen te redden. Ze zou de leider met de oeroude boeken confronteren, de geheimen die ze verborgen die de Bergrug van vernietiging kon redden.

Gwen’s hart bonkte toen ze de toren naderde; ze verwachtte de confrontatie. Ze wilde de Koning en de Bergrug helpen, maar ze wilde vooral daar buiten zijn. Ze wilde naar Thor en Guwayne zoeken voordat het te laat voor ze was. Ze wenste dat ze een draak aan haar zijde had, zoals ze gewend was; als Ralibar nu maar terug kwam en haar ver over de wereld bracht, weg van hier. Ver weg van de problemen van het Keizerrijk en terug naar de andere kant van de wereld, weer naar Thorgrin en Guwayne. Als ze allemaal maar naar de Ring konden terugkeren en leven zoals ze eens deden.

Maar ze wist dat dit kinderachtige dromen waren. De Ring was vernietigd en de Bergrug was alles wat ze had. Ze moest de realiteit onder ogen zien en doen wat ze kon om deze plek te redden.

“Mijn vrouwe, mag ik u de toren in begeleiden?”

Gwen draaide zich naar de stem om en schrok uit haar gemijmer wakker. Ze was opgelucht om haar oude vriend Steffen aan haar zijde te zien met één hand op zijn zwaard. Hij liep beschermend naast haar, zoals altijd gretig om haar te bewaken. Ze wist dat hij de meest loyale adviseur was die ze had. Ze dacht aan hoe lang hij al bij haar was en voelde een vlaag van dankbaarheid.

Toen Gwen voor de ophaalbrug die naar de toren leidde stopte, keek hij er wantrouwig naar.

“Ik vertrouw deze plek niet,” zei hij.

Ze legde een geruststellende hand op zijn pols.

“Je bent een echte en loyale vriend, Steffen,” antwoordde ze. “Ik waardeer je vriendschap en je loyaliteit, maar dit is iets wat ik alleen moet doen. Ik moet uitzoeken wat ik kan en als je meegaat worden ze achterdochtig. Trouwens,” voegde ze toe toen Krohn jankte, “ik heb Krohn.”

Gwen keek naar beneden, zag Krohn verwachtingsvol naar haar kijken en ze knikte terug.

Steffen knikte.

“Ik zal hier op je wachten,” zei hij, “en als er moeilijkheden binnen zijn, kom ik je halen.”

“Als ik in die toren niet vindt wat ik nodig heb,” antwoordde ze, “ben ik bang dat er nog grotere moeilijkheden onze kant op komen.”

*

Gwen liep langzaam over de ophaalbrug, Krohn liep naast haar. Haar voetstappen echoden op het hout en ze stak het vriendelijk kabbelend water onder haar over. Langs de hele brug stonden tientallen monniken. Ze stonden er oplettend en stil bij, ze droegen scharlaken gewaden, hun handen erin verborgen en hun ogen waren gesloten. Het waren vreemde bewakers, ongewapend, ongelooflijk gehoorzaam en ze stonden al enorm lang op wacht. Gwen verbaasde zich over hun immense loyaliteit en toewijding aan hun leider en ze besefte dat het was zoals de Koning gezegd had: ze vereerden hem als een god. Ze vroeg zich af waar ze zich mee inliet.

Terwijl ze naderbij kwam, keek Gwen naar de enorme, gewelfde deuren die voor haar opdoemden. Het was van oeroud eiken gemaakt, gekerfd met symbolen die ze niet begreep en ze keek verwonderd toe hoe een aantal monniken naar voren stapten en ze open trokken. Ze kraakten en legden een somber interieur alleen door fakkels verlicht bloot. Een koele bries kwam haar tegemoet en rook licht naar wierook. Krohn verstijfde naast haar en gromde. Gwen liep naar binnen en hoorde de deuren achter haar dichtslaan.

Het geluid galmde binnen en Gwen had even nodig om zich te oriënteren. Het was donker, de muren werden alleen door fakkels en het gefilterde zonlicht wat door de glas-in-lood ramen viel verlicht. De lucht voelde heilig aan, stil, en ze had het gevoel alsof ze een kerk binnen liep.

Gwen keek omhoog en zag dat de toren spiraalsgewijs steeds maar hoger liep. Het had geleidelijke, ronde hellingen die naar de verdiepingen gingen. Er waren geen ramen en de muren echoden het vage geluid van gezang. De wierook hing zwaar in de lucht en monniken verschenen en verdwenen, ze liepen de kamers in en uit alsof ze in trance waren. Sommigen waaierden met wierook en anderen zongen, terwijl weer anderen stil waren, in gedachten verloren. Gwen verbaasde zich nog meer over de cultuur van deze sekte.

“Heeft mijn vader je gestuurd?” klonk een stem.

Gwen schrok, draaide zich om en zag een paar meter verderop een man staan. Hij droeg een lang, scharlaken gewaad en glimlachte vriendelijk naar haar. Ze kon bijna niet geloven hoeveel hij op zijn vader, de Koning, leek.

“Ik wist dat hij vroeg of laat iemand hierheen zou sturen,” zei Kristof. “Zijn pogingen om mij weer onder zijn hoede te nemen zijn eindeloos.” Alsjeblieft, kom,” wenkte hij, hij draaide zich om en gebaarde met zijn hand.

Gwen liep naast hem door een stenen, gewelfde gang. Ze gingen geleidelijk en cirkelend de helling op naar de hogere niveaus van de toren. Gwen was overrompeld; ze had een gekke monnik verwacht, een religieuze fanatiekeling, en was verrast om een charmant en vriendelijk iemand tegen te komen en die duidelijk niet gek was. Kristof leek niet op de verloren, krankzinnige persoon waar zijn vader hem voor uitmaakte.

“Je vader vraagt naar je,” zei ze tenslotte. Ze verbrak de stilte nadat ze een monnik, hij hield zijn ogen op de grond gericht, die de helling afliep passeerden. “Hij wil dat ik je naar huis breng.”

Kristof schudde zijn hoofd.

“Dat is het punt met mijn vader,” zei hij. “Hij denkt dat hij het enige, echte thuis in de wereld heeft gevonden. Maar ik heb iets geleerd,” voegde hij eraan toe en keek haar aan. “Er is veel echt thuis in deze wereld.”

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Скачать книгу

Если нет возможности читать онлайн, скачайте книгу файлом для электронной книжки и читайте офлайн.

fb2.zip txt txt.zip rtf.zip a4.pdf a6.pdf mobi.prc epub ios.epub fb3

Популярные книги автора