Moord in het landhuis - Грейс Фиона страница 4.

Шрифт
Фон

Het was april en de stad was voor de komende paasdagen met gekleurde vlaggetjes versierd, allemaal tussen de winkels en kriskras over de straten gespannen. En er waren nog genoeg mensen op de been, mensen die net uit hun werk kwamen, vermoedde Lacey. Ze zaten buiten bij de pubs op picknickbanken een glas bier te drinken, of buiten bij een koffiezaakje aan bistrotafels ijs te eten. Iedereen leek in een goed humeur te zijn, en hun vrolijke gebabbel zorgde voor een geruststellend achtergrondgeluid, als witte ruis.

Lacey voelde een kalmerende golf van juistheid, pakte haar mobiel en maakte een foto van de hoofdstraat. Met de zilveren strook van de zee die aan de horizon glinsterde en de prachtige, met roze doorschoten lucht leek het net een ansichtkaart, dus deelde ze de foto met de Doyle Meisjes-appgroep. Naomi had de naam bedacht, tot grote ergernis van Lacey destijds.

Het is net zoals ik me herinnerde, voegde ze er onder de prachtige afbeelding aan toe.

Even later piepte haar telefoon in reactie. Naomi had geantwoord.

Het lijkt wel alsof je per ongeluk in Diagon Alley bent beland, zus.

Lacey zuchtte. Het was een typisch sarcastische reactie van haar jongere zus en ze had het kunnen verwachten. Omdat Naomi natúúrlijk niet gewoon blij voor haar kon zijn of trots op de manier waarop ze de regie over haar leven weer in eigen hand had genomen.

Heb je een filter gebruikt? kwam mama’s antwoord even later.

Lacey rolde met haar ogen en legde haar telefoon weg. Ze was vastbesloten om niemand haar humeur te laten verpesten en ze haalde diep en kalmerend adem. Het verschil in luchtkwaliteit in vergelijking met de vervuilde lucht in New York City die ze eerder die ochtend had ingeademd, was echt verbazingwekkend.

Ze liep door de straat, en haar hakken tikten op de keien. Haar volgende doel was om een hotelkamer te vinden voor het nog onbekende aantal nachten dat ze hier zou blijven. Ze bleef staan bij de eerste B&B die ze tegenkwam, The Shire, maar ze zag dat het bordje in het raam op ‘GEEN KAMERS VRIJ’ was gedraaid. Geen nood. De hoofdstraat was lang en als Lacey het zich goed herinnerde, dan waren er nog veel meer plekken waar ze het kon proberen.

De volgende B&B, Laurel’s genaamd, was suikerspinroze geverfd en het bordje verklaarde ‘VOLGEBOEKT’. Andere woorden, hetzelfde gevoel. Alleen deze keer veroorzaakte het een flikkering van paniek in Lacey’s borst.

Ze duwde het weg. Het was gewoon de angst die haar familie bij haar had opgeroepen. Er was geen reden om zich zorgen te maken. Ze zou snel genoeg een plek vinden.

Ze ging verder. Tussen een juwelierszaak en een boekhandel zat het Seaside Hotel dat was volgeboekt en voorbij de campingwinkel en schoonheidssalon had Carol’s B’n’B ook geen kamers vrij. Het ging maar door en door, totdat Lacey zich aan het einde van de straat bevond.

Nu begon de paniek echt. Hoe had ze zo stom kunnen zijn om hiernaartoe te komen zonder enige voorbereiding? Haar hele carrière behelsde dingen regelen, maar toch was ze er niet in geslaagd om haar eigen vakantie te organiseren! Ze had geen spullen bij zich en nu had ze ook nog eens geen kamer. Moest ze zich omdraaien en dezelfde weg terug nemen die ze was gekomen, nog een keer tweehonderdvijftig pond voor een taxi terug naar Heathrow betalen en de eerstvolgende vlucht naar huis nemen? Geen wonder dat David een alimentatieclausule had opgenomen: ze was helemaal niet te vertrouwen met haar geld!

Terwijl Lacey’s hoofd wervelde van angstige gedachten draaide ze zich om, alsof ze door hulpeloos naar de weg te kijken uit het niets een andere B&B tevoorschijn kon toveren. Pas toen besefte Lacey dat het laatste gebouw op de hoek, waar ze nu voor stond, een herberg was. The Coach House.

Lacey voelde zich dwaas, schraapte haar keel en kwam weer tot zichzelf. Ze ging naar binnen.

Het interieur was typisch dat van een pub: grote houten tafels, een schoolbord met in wit krijt het menu van die avond geschreven, een gokautomaat in de hoek met opzichtige flitsende lichtjes. Ze ging naar de bar, waar glazen planken vol stonden met flessen wijn en waar een rij kijkglaasjes hing, gevuld met een verscheidenheid aan dranken met verschillende kleuren. Het was allemaal heel apart. Er zat zelfs een oude dronkaard aan de bar te doezelen, en hij gebruikte zijn armen als kussen.

Het barmeisje was een tenger meisje met lichtblond haar, in een rommelig knotje boven op haar hoofd. Ze zag er veel te jong uit om in een pub te werken. Lacey besloot dat het kwam door de wettelijke leeftijd waarop je in Engeland alcohol mocht drinken en niet door het feit dat hoe ouder zij werd, hoe jonger de gezichten van anderen leken te worden.

‘Wat mag het zijn?’ vroeg het barmeisje.

‘Een kamer,’ zei Lacey. ‘En een glas prosecco.’

Ze had zin om iets te vieren.

Maar het barmeisje schudde haar hoofd. ‘We zijn voor Pasen helemaal volgeboekt.’ Ze deed tijdens het praten haar mond zo ver open dat Lacey de kauwgom kon zien waar ze op kauwde. ‘De hele stad is volgeboekt. Het is schoolvakantie en heel veel mensen nemen hun kinderen graag mee naar Wilfordshire. Er zal minstens veertien dagen niets beschikbaar zijn.’ Ze zweeg even. ‘Dus, alleen een prosecco dan?’

Lacey greep de bar om zichzelf in evenwicht te houden. Haar maag draaide zich in een knoop. Nu voelde ze zich echt de domste vrouw ter wereld. Geen wonder dat David haar had verlaten. Ze was een ongeorganiseerde puinhoop. Een zielig hoopje mens. Hier was ze dan en ze deed net alsof ze een onafhankelijke volwassene in het buitenland kon zijn, terwijl ze in werkelijkheid niet eens een hotelkamer voor zichzelf kon vinden.

Op dat moment zag Lacey vanuit haar ooghoeken een gestalte. Ze draaide zich om en zag een man naar haar toe komen. Hij was een jaar of zestig, droeg een geruit hemd dat in zijn spijkerbroek was gestopt, een zonnebril op zijn kale hoofd en een hoesje met een mobiele telefoon op zijn heup.

‘Zei je dat je op zoek bent naar een plek om te overnachten?’ vroeg hij.

Lacey stond op het punt om nee te zeggen. Ze was misschien wanhopig, maar om te gaan logeren bij een man die haar in een pub benaderde en die twee keer zo oud was als zij, dat was een beetje te Naomi-achtig voor haar smaak. Toen verduidelijkte de man: ‘Want ik verhuur vakantiehuisjes.’

‘O?’ antwoordde ze verbluft.

De man knikte en haalde een visitekaartje uit de zak van zijn spijkerbroek. Lacey bekeek het.

De gezellige, rustieke, charmante vakantiehuizen van Ivan Parry. Ideaal voor het hele gezin.

‘Ik ben volgeboekt, zoals Brenda al zei,’ ging Ivan verder, en hij knikte naar het barmeisje. ‘Afgezien van één huisje, dat ik net via een veiling op de kop heb getikt. Het is nog niet echt klaar om verhuurd te worden, maar ik kan het je laten zien, als je echt omhoog zit? Als ik het aanbied tegen een gereduceerd tarief, omdat het nog een beetje een rommeltje is... Gewoon om je te helpen totdat er weer hotels beschikbaar zijn.’

Opluchting stroomde door Lacey heen. Het visitekaartje zag er echt uit en Ivan had geen griezelalarm in haar hoofd veroorzaakt. Haar geluk kwam terug! Ze was zo opgelucht dat ze dat kale hoofd van hem wel had kunnen kussen!

‘Je bent een redder in nood,’ zei ze, en ze wist zich in te houden.

Ivan bloosde. ‘Wacht eerst maar tot je het hebt gezien voordat je dat oordeel velt.’

Lacey grinnikte. ‘Eerlijk, hoe erg kan het zijn?’

*

Lacey klonk als een vrouw die aan het bevallen was terwijl ze naast Ivan de kliffen op sjokte.

‘Is het te steil?’ vroeg hij bezorgd. ‘Ik had moeten zeggen dat het op de kliffen was.’

‘Het is geen probleem,’ piepte Lacey. ‘Ik... hou van... uitzicht op zee.’

Ваша оценка очень важна

0
Шрифт
Фон

Помогите Вашим друзьям узнать о библиотеке

Похожие книги

Популярные книги автора